vrijdag 24 oktober 2008

Grieken en Romeinen

Door Iza Ham


De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de grieksestaat.

Onder het burgerschap verstonden ze toen, bijvoorbeeld in Athene, de Atheense mannen. Deze kregen ook stemrecht. De Atheense vrouwen, kinderen en slaven, die tevens de grote meerderheid waren, kregen geen stemrecht en waren van het burgerschap uitgesloten. Kleistenes zorgde hier voor. Hij had de macht gegrepen en gaf de volksvergadering (ekklesia) de hoogste macht. De ekklesia besliste over wetten, koos de militaire commandant en de andere hoge functionarisen. Ook controleerde ze ambtenaren en bestuurders. Om een besluit te nemen moesten er minstens 6000 mannen in de volksvergadering aanwezig zijn.

Een ander voorbeeld van de politiek toen, was in de stadsstaat Sparta. Daar hadden ze als politiek systeem geen democratie zoals in Athene, maar een militaire aristocratie. Dat is een kleine groep die alles in de hand hebben. In dit geval zijn dat de militairen.

De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken werd ook vooral aangemoedigd in de Academie. Dit was een academie waar hij les gad in wiskunde, natuurwetenschappen en filosfie. Arisstoteles deed hetzelfde in zijn Lyceum.


De groei van het romeins imperium waardoor de Griekse-Romeinse cultuur zich in europa verspreide.

De expansie buiten Italië begon 264 v.C. in westelijke richting. Ze veroverden Spanje en Portugal. In het zuiden overwonnen ze de meest moeilijke vijand Carthago. Dit was een Noord-Afrikaanse stad die gesticht was door Phoeniciërs. Dit volk komt tegenwoordig uit Libanon. Carthago was zeer sterk en het heeft drie gevechten geduurd voordat de romeinen Carthago ook veroverd hadden. De inwoners werden slaven en er werd zout in de grond gestopt zodat er nooit meer iets zou groeien.

Een ander voorbeel van de groei van het romeinse imperium is toen Julius Caeser. Hij veroverde 58-52 v.C. Gallië. Hij verwierf de alleenheerschappij en na zijn dood 4 jaar later ontstond opnieuw een machts strijd. Deze werd gewonnen door Octavianus. Hij stichtte in 27 v.C. het Romeinse kijzerrijk. Het Imperium Romanum.


De klassieke vormentaal van de Griekse-Romeinse cultuur

De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren aanvankelijk sterk beïnvloed door de Egyptische kunst. De vroege beelden waren stijf en plat, maar geleidelijk gingen de Griekse beeldhouwers zelf nieuwe dingen uitproberen. Ze ontdekten dat beelden er beweeglijker uitzagen als de benen niet al te vast op de grond stonden en dat een gezicht levendiger leek met een glichlach erop. De beeldhouwers gingen de anatomie bestuderen en pasten de kennis die ze kregen toe in hun werk. De beelden die ze maakte leken wel op menselijke figuren maar waren allemaal goden. Ze waren daarom ook veel mooier en perfecter dan een mens ooit zou kunnen zijn. Perfectie was voor de Grieken een teken van godelijkheid. Dit was de klassieke periode.

Bij de Romeinen konden de kooplieden in de eerste eeuw v.C. de vraag naar Griekse beelden nauwlijk aan. Zakenlieden waren waarschijnlijk op het idee gekomen om in Rome een atelier te plaatsen waar getalenteerde beeldhouwers Griekse ‘orginelen’ konden maken. De Griekse beelden werden gekopieerd. Maar na enige tijd ontwikkelde ook de Romeinen een eigen stijl. Ze gingen heel realistiche portretten uit steen houwen. Elk bobbeltje of kuiltje op een gezicht werd door hen nagemaakt.

 

De confontratie tussen de Griekse-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest Europa.

De eerste confontratie tussen de Grieken- Romeinen en de Germanen was halverwege de eerste eeuw v.C. Ceasar begon in 58 v.C. een bloedige oorlog in Gallië. Zeven jaar later maakten de provincie Gallia en een deel van Germania deel uit van het Romeinse Rijk.

De Germanen leefden in stamverband in een landbouwsamenleving. In het gensgebied dreven ze handel met de Romeinen, aan wie ze onder meer huiden leverden. De Romeinen noemden hen barbaren, zoals ze alle volken noemden waarvan ze de taal niet verstonden of de cultuur niet begrepen. De Romeinen hadden niet zo’n hoge pet op van de Germanen.

 

De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdienten.

De geschiedenis van de joden en de ontwikkelen van hun monotheïstiche geloof (een geloof met maar één god) staat geschreven in de Tenach. Dat zijn de Joodse heilig boeken. Het jodendom ontwikkelde zich via Abraham. Hij is op aanwijzing van God terechtgekomen in Kanaän (het beloofde land). God deed daar de belofte dat aan hem en zijn nakomelingen het land zou worden gegeven en dat hij hun god zou zijn! Maar door hongersnood trokken de nakomelingen van Abraham naar Egypte, tot ze daar werden gedwongen als slaaf te werken. Onder leiding van de profeet Mozes trokken ze in de 13e eeyw v.C. weg uit Egypte terug naar het beloofde land. Op de berg Sanaï ontving Mozes de joodse wetten, waaronder de 10 geboden die later ook voor de christenen gingen gelden. De joodse stammen vereenigde zich in Israël maar het koninkrijk viel uit elkaar en een deel ging Juda heten. De joden hadden te kampen met deze vreemde overheersers. Tijdens de Romeinse overheersing, raakten ze verstrooid over het hele Romeinse rijk. Maar in de Tenach stond dat ooit de messias zou komen om de joden te verlossen van de vreemde  overheersers.

Volgends de bijbel trok ussen 26 en 30 n.C. in Judea en het noorderlijke gelegen Galilea een man rond die naastenliefde predikte en het opnam voor armen en zieken. Zijn volgelingen waren ervan overtuigd dat deze man, Jezus van Nazareth, de beloofde Messias was.  Dit was het begin van de ontwikkeling van het christendom.

Geen opmerkingen: